Een gefilterde wereld

auteur Gerrit Jan de Rook

Willem Goedegebuure, Philadelphia 2001, 40x30 cm

In de jaren zestig en zeventig was er een aantal auteurs die, vooral bij de jongeren, zoveel interesse wekten, dat men ze goeroes kan noemen. Een ervan was bezig op het gebied van de sociale wetenschappen met name dat van de communicatiewetenschap. Ik heb het over Marshall McLuhan die met zijn adagium ‘the medium is the message, het medium is de boodschap’ de westerse wereld veroverde.

Een andere theorie van deze Canadese wetenschapper betreft de indeling van media in ‘hot’ en ‘cool’. Een heet medium presenteert een hoge concentratie gegevens aan één zintuig. Het levert zo’n grote hoeveelheid informatie dat de consument bijna niets meer hoeft te doen. Een ‘koel’ medium daarentegen vraagt wèl een hoge mate van participatie van de ontvanger. Een foto is ‘heet’, een cartoon heeft een ‘low definition’ en is dus ‘cool’.

Een dergelijke indeling is ook toe te passen op schilderijen. Realistische schilderkunst, bijvoorbeeld het werk van Carel Willink of Pyke Koch, is dan ‘heet’ en vraagt weinig moeite van de kijker omdat er nauwelijks iets meer te interpreteren of te duiden is. Abstracte schilderkunst, laten we zeggen het werk van Mondriaan, is ‘koel’ en vraagt een hogere mate van inspanning van de beschouwer.

Hoe kunnen we, gebruik makend van deze tweedeling het werk van Willem Goedegebuure beschouwen? Naar mijn mening zijn deze schilderijen, hoewel figuratief, opvallend ‘koel’. De kijker moet namelijk in hoge mate zelf bepalen wat of wie hij ziet. Wat gebeurt er op het schilderij, welke handeling of verhouding wordt erop uitgebeeld? Meestal zien we daar net geklede mensen maar wat doen ze eigenlijk, wat zijn hun onderlinge relaties en wat willen ze ons duidelijk maken?

Deze inhoudelijke vragen waarop de kijker een antwoord moet vinden, worden echter voorafgegaan door een ander appèl aan de beschouwer: hoe zien de afgebeelde personen er eigenlijk precies uit? Immers, hun kledij is vaak nog gedetailleerder weergegeven dan hun gezicht. In de ogen van de schilder zijn de vage aanduidingen van het gelaat misschien duidelijk genoeg, voor de meeste kijkers betreft het een samenstel van vegen en kleuren die ogen, neus en mond aanduiden maar die dusdanig poly-interpretabel zijn dat er een dozijn, en misschien wel een gros, personen in passen. U kunt dus naar hartelust participeren! Als ik denk aan Marlene Dietrich, denkt u misschien aan Marilyn Monroe. Als ik ergens anders Meryl Streep vermoed, denkt u misschien dat het Nicole Kidman betreft. En om het bij vrouwen te houden: waar ik Sylvia Toth meen te zien, gaan uw gedachten misschien uit naar Nina Brink.

Daarna komt de onduidelijkheid van de interpretatie van de handeling en de context aan bod. Business and Pleasure zijn de catchwords die Goedegebuure ons aanreikt. Het zijn dus waarschijnlijk zakenlui en pleziergangers die we zien. De kleding van beide groepen lijkt me nogal te verschillen maar waar is er sprake van de ene groep en waar van de andere en zijn combinaties ervan op een werk ook mogelijk?

In mijn ogen blijven de verschillen klein Het gaat om fysieke en psychologische ruimte, om dominantie van kleur of diepte, om interpretatie van gelaats- of fysieke uitdrukking. Eigenlijk gaat het om organogrammen of sociometrische schetsen van menselijke relaties: wie heerst, wie dient en wie controleert?

Al deze relaties zijn afkomstig van krantenfoto’s die Goedegebuure gebruikt, maar de schilder interpreteert deze haarscherp. Althans voor de goede participant. Werk aan de winkel dus voor u allen. Geniet van Goedegebuures meedogenloze interpretaties, span u in want deze moeite loont. En ontdek in de hier aanwezige schilderijen de wereld van de schilder maar ook de uwe.

Deze tekst is geschreven en uitgesproken door Gerrit Jan de Rook ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling “Business and Pleasure” in de Artoteek, Den Haag, 2001,02.